14 December 2015

Wandelingen met Dylan Thomas 1 - Hans van den Bos

1.

dinsdag 22 februari 2005.

Het is koud voor Ierse begrippen, een graad of vier boven nul, hoewel de zon schijnt. Vannacht heeft het licht gesneeuwd en een paar graden gevroren. Er komen wat wolken aan. Kom op jongens, niet tussen die bramen, doorlopen!
Vorige week woensdag ben ik voor het laatst hier in het bos op de heuvel geweest. Donderdag heb ik vanwege het slechte weer een korte wandeling met DT op strand van Whiting Bay gemaakt. Toen ik daarna thuis kwam voelde ik een griep opkomen en wilde eigenlijk naar bed, maar omdat Hilary erg last van haar rug had ben ik toch maar op gebleven. De volgende dag was de pijn gelukkig minder, zodat ze ’s middags een paar leerlingen in Fermoy les kon geven. Ik ben die dag naar bed gegaan met een stapel boeken, wat ik tot gistermiddag heb volgehouden, want toen moest ik eruit vanwege de spierpijn.
Het is zes over negen. Wat een stilte, zelfs geen geluid van de wind. Ik ben nu halverwege het pad naar de bocht, waar die auto was achtergelaten. Een auto, die net voor het eind van vorig jaar gebruikt was door vermoedelijk een paar jonge mannen, om rond te racen in het bos, waarbij ze veel olie verloren, wat nu nog zichtbaar is op de paden. De gardai, die ik heb ingelicht, deed hier natuurlijk niets aan.
Zou het toch geholpen hebben om met Michael in de pub hier over te praten? Hij heeft zijn contacten en na mijn gesprek met hem is die wagen door een tractor weggesleept. Hier is de bocht. Vanaf deze bocht gaat het pad oostwaarts 500 meter vrij steil omhoog. Maar eerst nog even van het uitzicht genieten over de rivier. Het water staat hoog. De bergen aan de andere kant van de vallei zijn niet zichtbaar, ze zijn omringd door wolken. Op de heuvel, waar Cappoquin tegenaan leunt, ligt wat sneeuw. Verder maar jongens!

Langzaam komen de bergen uit de wolken tevoorschijn. De jongens zien of horen iets en lopen hard vooruit, ze verdwijnen uit het zicht. Dylan Thomas, hier!! Daar zijn ze alweer. Mijn conditie gaat nu wel weer en ik heb geen last meer van mijn linker poot. Het lopen maakt de spieren soepel.
Een meesje zingt zijn lied in een van de berken. Een pimpelmees?
De zon wordt geleidelijk aan verzwolgen door de wolken. Ja, ik zie het nu duidelijk, het is een pimpelmeesi. Daar in een lariks ruziën twee staartmezen. Nu kom ik bij de eerste driesprong en ga rechts verder omhoog, het Televisiepad op. Weer een steil stukje, hier ligt wat sneeuw. Hoe hoger hoe meer sneeuw. Geen voetsporen en geen bandensporen. Ik ben vandaag hier alleen met DT. Waarschijnlijk durven de oude wijven met hun truthondjes, die we af toe tegenkwamen, hier niet meer te komen nu die twee zwarte honden hier ronddraven. Jammer hè, Dylan? Bij de eerste glimp van DT namen ze hun hondjes op hun arm en stonden te beven tot ik vriendelijk glimlachend voorbij was.
De televisie en de kinderwagen liggen nog in de berm. Iemand heeft de televisie omgekeerd, misschien een archeoloog. Hier gaat het pad verder omhoog.

De mannen, die de afgelopen dagen in het bos aan het werk waren, zullen die rommel vanzelfsprekend niet opruimen, het interesseert ze gewoon niet. De kans bestaat ook nog dat zij het er neergegooid hebben, want zij hebben een sleutel van de slagboom.
De viersprong, het eerste pad rechts is het Kilometerpad en de tweede het Waterpad. Ik ga nu links het valse plat van het Lange pad op, recht op de zon aan, die zojuist is vrijgelaten. Hoelang kom ik hier eigenlijk al? Sinds we in Tallow wonen tot afgelopen november, eens in de zoveel weken, maar vanaf november bijna elke dag. Omdat op andere plekken zoveel wild rondloopt waar de jongens achteraan gaan, heb ik dit bos maar gekozen als wandelgebied. Vreemd eigenlijk dat hier geen wilde zoogdieren zijn. Ik zie zelfs geen konijnenkeutels. Wat zou de reden zijn? Te veel jacht?

Elke week verandert er wel iets in het bos, hoewel een winter zoals op het continent hier bijna niet voorkomt. Tot eind december was het najaarachtig met veel regen, maar daarna begon de lente met af en toe een winterse dag.
Het voordeel van het ziek zijn van de afgelopen dagen is lezen. Van Hilary mocht ik niets meer doen, terwijl ze zelf nog steeds last van haar rug had. Maar ja, met rugklachten kan je oud worden, doch met een longontsteking kan je de pijp uitgaan, zeker als je in een Iers ziekenhuis op de gang moet blijven staan bij gebrek aan bedden. Gelukkig heb ik geen koorts gehad. Diverse boeken van Thomas Mann en van zijn zoon Klaus gelezen. Ook begonnen in een boek over de Ierse natuur sinds de laatste ijstijd. Negentig procent van Ierland was bos. Kijk eens aan, hier ligt nog behoorlijk wat sneeuw.
Bijna bij het einde van het Lange pad, dat licht slingerend naar het zuidoosten loopt. Het laatste stukje gaat flink omhoog. Het valt toch niet mee als je een paar dagen in bed hebt gelegen, mijn spieren zijn toch nog wat stijf.
Jaren geleden heb ik het boek van ene Palliser, de Quincunks, gelezen, gisteren had ik er weer zin en ben er weer in begonnen. Het is een imitatie Victoriaanse roman. Ik zal maar rechts aanhouden op deze driesprong. Links is een mooi pad, het Appelbomenpad, dat zuidwaarts naar de andere kant van de heuvel loopt. Als we die cottage kunnen kopen, dan kan ik vanaf het weiland boven de cottage dat pad nemen om het bos in te gaan. Nog een paar honderd meter omhoog, dan zijn we op de top. De jongens horen weer wat! Er zitten hier behoorlijk wat fazanten en houtsnippen, hoewel ze ook achter merels aan gaan.
Rustig aan heren, niet vechten en laat dat blaffen! Koest!
Weer een zingend meesje, nu is het een koolmees. Andere zangvogels, die ik op mijn wandelingen in dit bos gezien heb, zijn de roodborst, de vink, de goudvink, de zanglijster, de grote lijster, het goudhaantje, de winterkoning en de zwarte mees.
Geen sneeuw meer. Dit is weer een van de steilste stukken, maar we zijn er nu bijna. Het is een goed geschreven roman, geen litterair hoogstandje, maar heerlijk ontspannend voor luie dagen. Een boek vol ellende en drama, zoals de ‘Moonstone’ en de‘Woman in white’ van Wilkie Collins, en het geeft een mooi beeld van Londen in de negentiende eeuw.
Hè, hè we zijn er jongens, het hoogste punt. Links gaan twee doodlopende paden op de top naar de zuidkant van de heuvel met, als het helder is, mooie uitzichten op de Bride vallei en op de bergen in het noorden.
Eerst even wat vocht loslaten, dat heb je als je ouder wordt, vroeger hield ik het in de winkel de hele dag op, niet zo gezond, maar nu moet ik op een wandeling van een paar uur wel zes keer, wat volgens mij ook niet normaal is. Hier gaan de jongens meestal achter elkaar aan rennen, ze hebben iets met deze plek, misschien ook blij dat ze boven zijn. Iets meer dan een half uur flink doorgelopen. Dylan pist weer over mijn pis heen, dat doet hij steeds meer. Thomas schenkt er geen aandacht aan.

Volop zon, de lucht is nu strakblauw. Weer naar beneden. Sinds januari bloeien de prachtige goudgele bloemen van de gaspeldoorn. Nog meer mezen. Veel berken staan hier eigenlijk. De gaspeldoorn wordt ook wel Franse brem genoemd. Daar een hazelaar met katjes. De varens hebben nog blad, het lijkt wel alsof ze gewoon doorgroeien. In de tuin hebben ze ook nog bladeren. Dit is een stukje mooi loofbos, hier gaat het pad weer een eindje omhoog. De meeste mensen komen hier niet. Kijk eens, aan de kamperfoelie begint al nieuw blad te komen.
De temperatuur is door de zon gestegen naar zeker een graad of negen. In de Hudsonbaai is het nu gemiddeld min 30. Ik hoorde dat het in Rotterdam ook vriest, hoewel wat minder. Hier in West-Waterford is het bijna warm, maar dat komt door de warme golfstroom. Drie plekken op bijna dezelfde breedtegraat. Waar ik ook kijk groeit kamperfoelie, maar er zijn nog geen uitlopers aan de bramen. Gelukkig is hier niets gekapt. Weer het vervelende geluid van een vliegtuig, dat zo te zien richting Cork vliegt.
Dit was het klimmetje en vanaf nu is het alleen nog maar dalen. Door al die loofbomen ligt het pad sinds de herfst bedekt met dode bladeren. Vorige week ging een storm behoorlijk tekeer, daardoor zijn er heel wat takken naar beneden gekomen. Dat kan link zijn als je hier loopt, want zo'n tak kan een flinke buil veroorzaken. Nu recht op een oude beuk af, die een van de mooiste bomen is in dit bos. Hij staat precies op een driesprong. Het pad rechtdoor tussen nieuwe aanplant is een cul-de-sac. Het pad rechts naar beneden, is het Beukenpad, dat volgt een oude muur, waarlangs nog een stuk of tien oude beuken staan. Waarschijnlijk waren hier vroeger weilanden. Aan de andere kant van de muur is een nieuwe aanplant van jonge beuken en daar tussen woekeren gaspeldoorn, varens, hulst en kamperfoelie. Gelukkig worden er steeds meer loofbomen geplant in plaats van die eeuwige naaldbomen. Er zitten nog bessen aan de hulst. Half december waren hier ‘hulststropers’ bezig. Op een rouwdauw manier rukten ze takken af van de vrouwelijke struik, waar de rode bessen aan zitten en verkochten ze op de parkeerplaatsen van de grote supermarkten per takje voor wat euro's. Tijdens het kerstfeest hangen die takjes aan de muren van vele Ierse woningen. Door het christendom wordt heel wat natuur verziekt. De oude beuken zijn bedekt met mossen en elfenbankjes en de toppen van deze nu kale bomen zijn groen van de klimop. Van één beuk is niet veel meer over. Al een half jaar ligt er een grote zware tak op het pad, waarover heen geklommen moet worden en met de laatste storm is de top van de boom gevallen, zodat er nu alleen nog maar een gespleten stam van vier meter hoog staat. Het hout is helemaal vermolmd. Ik ben benieuwd hoe oud die boom is geworden, want hij was behoorlijk hoog.

Vandaag nog geen fazanten en houtsnippen gezien. Het pad gaat nu flink omlaag. Na de afdaling is er een pad naar rechts, dit is het Waterpad, waarover een uit de struiken komend beginnend beekje stroomt. Weer een dikke tak waarover heen geklommen moet worden. De heren drinken hier altijd. In droge tijden is dit het enige water op de heuvel. Ze vinden ook leuk om door het water te baggeren, en soms gaat Dylan als hij het warm heeft heerlijk in het modderige water liggen.
De vogels houden hier volgens mij een zangwedstrijd. Na een paar honderd meter gaat het stroompje de grond weer in bij de viersprong. Je moet wel waterdichte schoenen hebben op dit pad, het is erg drassig na de laatste regens. Hilary’s voetafdrukken van gisteren zijn duidelijk zichtbaar. Vanaf hier is ‘s winters Cappoquin in de verte te zien.
Terug op de viersprong, verder naar beneden via het Televisiepad. Naast het vlakke deel van het Televisie pad hebben de jongens in de loop der tijd tussen de struiken een achtbaan gecreëerd, waarop ze met een noodgang elke keer elkaar achterna zitten. Ze vinden het heerlijk om door de losse bladeren te rennen. De wandeling maar even onderbreken, dan kunnen ze hun gang een tijdje gaan. Februari is het alweer, nog vijf maanden en we zijn drie jaar in dit groene land. Dylan komt naar me toe en vindt dat we verder kunnen lopen. Thomas is het hier niet mee eens, maar hij zal zich bij de meerderheid moeten aanpassen.

Het begint wat te waaien, een lichte oostenwind, wat ook te merken is aan het kreunen van een groep bomen net na de driesprong. Het is net alsof ze reumatiek hebben. In de verte het geluid van een tractor en het klaaglijke loeien van Fries vee. Vanaf hier is een goed zicht op het huis op de rots. Het was vroeger van de Villiers. Trouwens, dat hele gebied aan de overkant van de rivier was van die lekkere familie. Iemand vertelde me ooit dat het huis nu een hotel is, maar ik zie meestal maar één auto en af en toe lopen er een man en een vrouw rond en twee honden. Terug bij de Bocht van de gedumpte auto. Wat een prachtig land toch, wat jammer dat ook hier mensen wonen die niet weten hoe ze met de natuur om moeten gaan.
Een zanglijster zit weer voluit te zingen op zijn vaste stek in een oude eik. Het weer wordt steeds beter. Wat zou het fijn zijn als we dat huis bij Camphire Hill konden kopen, want dan hoef ik de jongens niet elke dag hier mee naar toe te nemen. Door al dat gedraaf jagen ze de vogels de schrik op het lijf. De zon is pal achter me. Langs dit pad groeien veel bosaardbeien. Vorig jaar heb ik een paar plantjes meegenomen voor de tuin, wat woekert dat spul, binnen een jaar staat er twee vierkante meter. Mooi dat zingen van een roodborst.
Volgens het weerbericht wordt het morgen bitter, bitter koud. Dat zal echter wel mee vallen, want zodra de Ieren de temperatuur zien dalen richting vijf graden raken ze in paniek, mogelijk bang voor een nieuwe ijstijd. Hier ligt ondanks de zon nog wat sneeuw op het pad, maar op de weilanden in het dal ligt helemaal niets. Opnieuw even een sanitaire stop. Rechts is door de struiken en bomen de driespong met de brug over de Owbeg River en de weg naar Cappoquin zichtbaar. Evenwijdig aan dit pad gaat de weg naar Lismore. Aan het einde van dit lange pad is een scherpe bocht naar de parkeerplaats waar de auto staat. Dylan gaat meestal in die bocht zitten en weigert dan verder te lopen, want hij wil niet naar huis. Maar als ik doorloop naar de auto vindt hij het toch wel link worden en volgt mij en Thomas heel stiekem als ik niet kijk. Het nu halfelf precies, de jongens zitten in de auto en de zon heeft ons in de steek gelaten.

No comments:

Post a Comment